Dit was … DIALOOG-vliegers in Waas en Dender
Over Vliegende vragen, gevleugelde antwoorden.
Met de actie vliegende vragen, gevleugelde antwoorden’ van het project DIALOOG gingen vrije burgers met gedetineerden uit verschillende Vlaamse en Brusselse gevangenissen met elkaar in dialoog over hoe om te gaan met ‘conflicten en herstel’. Die dialoog vloog over en weer met DIALOOGvliegertjes. Gedachten en moeilijke vragen werden verwoord, gevouwen tot vliegers en werden over ‘de muur’ gegooid. Van buiten naar binnen, van binnen naar buiten, over de muren heen van onze eigen denkbeelden over de ‘andere’. Om op die manier te zoeken naar wat hen bond en gesloten ‘werelden’ (op zijn minst) een stukje werden geopend.
Gedetineerden aan het woord
Samen met schrijfcoach Peter De Voecht trok ik op woensdagnamiddag naar de gevangenis van Dendermonde. Een groepje van negen gedetineerden kwamen joviaal de ruimte binnen.
Sabine De Bock, van de Rode Antraciet, de organisatie die instaat voor sport en cultuur in de gevangenis, gaf een korte inleiding over het project DIALOOG. Dat er drie jaar lang actief aandacht wordt gevraagd voor herstelgerichte detentie. Wat is herstel? Tot wat kan herstel leiden? Een project rond bewustwording van het huidige gevangeniswezen. Ze vertelde dat er bijna geen activiteiten doorgaan. De coronacrisis zit daar zeker voor iets tussen. Maar ook het beperkte aandeel in financiële middelen voor activiteiten.
Peter en ik ondervinden dat de deelnemers met verschillende verwachtingen naar de schrijfworkshop komen. Sommigen willen beter leren schrijven, anderen willen hun hart luchten, liefst mondeling, want schrijven is eigenlijk hun ding niet. Peter vraagt wie er geregeld eens pen en papier neemt.
We krijgen een aantal reacties:
“Ik voel woede, ik ben kwaad. Het is chaotisch in mijn hoofd. Ik schrijf mijn emoties dan op, ook in rijmschema’s, want ik ben graag met taal bezig. Maar poëzie, dat is niet mannelijk, he. Maar ik schaam me daar niet voor, ik ben er trots op.”
“Ik schrijf vaak lange teksten over hoe ik me voel hierbinnen. Mijn psychisch welzijn (of eerder: onwelzijn) wil ik tonen aan de buitenwereld.”
“Om goed te schrijven moet je toch een hoog IQ hebben? En je moet toch ook veel lezen om goed te kunnen schrijven? Dat is bij mij niet het geval.”
“Ik vind het moeilijk om de juiste woorden te vinden. Ik wil zoveel zeggen, maar ik weet niet hoe.”
“Interpretatie is ook altijd zo’n moeilijke. Ik weet waarover ik schrijf, maar anderen kunnen dat misschien op een andere manier opvatten. Hoe zorg ik ervoor dat ik mijn boodschappen duidelijk formuleer?”
“Ik gebruik veel metaforen in mijn teksten. Weet iedereen wat een metafoor is trouwens?”
“Nee, gast, met uw moeilijke woorden altijd.”
We krijgen een stukje Nederlandse les: “Hij is zo groot als een beer”, da’s een vergelijking.
“Hij is een beer”, da’s een metafoor. Iedereen is mee.
“Ik vind soms ook woorden uit. Zo noem ik de gevangenis een zielenschip.”
“Hoe noem je zo’n nieuw woord?”
“Neologisme.”
Tot zover de les. We gaan verder.
Peter gaat van start met een gedicht van Jan Arends. Hij vraagt de deelnemers wat ze ervan vinden. Ideeën worden uitgewisseld, er is veel interactie. Iedereen laat elkaar uitpraten, ze geven elkaar het woord. Er heerst veel respect voor elkaars mening.
Vervolgens mogen de deelnemers neerpennen wat ze een vrije burger zouden willen zeggen over het gevangenisleven, opdat ze beter zouden begrijpen hoe het er hier in de gevangenis aan toe gaat. Dat neerpennen verdwijnt naar de achtergrond. Praten lucht op.
“Het doet pijn, hier te zijn. Maar aan wie moet ik mijn pijn uitleggen? Wie luistert er echt naar mij?”
“Sinds twee jaar is er een klachtencommissie. Daarvoor was het hier een dictatuur. We worden vaak onrechtvaardig behandeld. Er moet structureel iets veranderen.”
“We zitten 22 uur per dag in onze cel. Als we rond mogen lopen, dan probeer ik de anderen te helpen. Iedereen heeft hier hulp nodig.”
“Ik krijg 28 jaar puur op vermoeden, geen bewijs. Ik voel de pijn die mijn moeder en mijn kinderen lijden. Het gaat hier niet alleen om mij.”
“Mijn celgenoot, waarmee ik 8 maanden een aantal vierkante meter heb gedeeld, is recent overleden. Dat had een serieuze impact op mij. Maar niemand is daarover met mij komen praten. Dat is een goed, maar een jammer voorbeeld van hoe het menselijke in de gevangenis ontbreekt.”
“We hebben recht op psychologische begeleiding, als dat zo in ons dossier staat. Dat is dan meestal in functie van ons proces, dus echte hulp voor ons mentaal welzijn krijgen we niet.”
“Het zou beter zijn als we therapie kregen. Ik heb echt het gevoel dat ik er hier rot ga uitkomen. Wie wordt er daar beter van? Niemand toch?”
“Detentie = schade”
“Hier is alles vies, vuil, donker, kou en grauw. Seconden worden minute, minuten worden uren, uren worden dagen, dagen worden maanden, maanden worden jaren. De enige hoop is dat de tijd tikt. Sowieso.”
“De tijd die ik verloren ben met mijn geliefden, die krijg ik nooit terug.”
“We komen binnen als een bot mes, hier worden we alleen maar scherper. Het gevangeniswezen, justitie, het lange wachten op ons proces, dat kweekt kwaadheid, frustratie. Wat moet ik met die gevoelens als ik terug buiten sta?”
“Straffen voor dezelfde misdaden zijn niet gelijk in de verschillende gevangenissen in België. Dat is oneerlijk.”
“Ik heb een gevoel van onmacht hier.”
“Ik probeer te mediteren. Dat helpt, eventjes. Ik lees ook vaak boeken uit de bib hier, maar ik heb ze bijna allemaal al uit. Onze bibliotheek mag wel eens aangevuld worden. Er bestaan toch veel zelfhulpboeken. Als er dan toch geen persoonlijke begeleiding is, dan kan ik daar misschien iets uithalen.”
Er wordt veel gepraat. Ze willen hun hart luchten. We krijgen zelf ook veel vragen, Peter en ik, en we weten niet altijd goed hoe we er best op antwoorden. Peter brengt de aandacht dan meestal terug naar het schrijven. De vraag die blijft terugkomen is “welk nut heeft de gevangenis, volgens jullie?”. We voelen hun nood aan een luisterend oor, en begrip voor de situatie waarin ze zich nu bevinden. “Het is alleszins geen hulpmiddel”, zeggen ze. “De gevangenis is geen omgeving om te herstellen.”
Twee uur gaan snel voorbij. Aan het einde komen de DIALOOG-vliegers in beeld. De gedetineerden mogen een vraag formuleren of een fragment uit hun tekst noteren voor de deelnemers van de avondworkshop, een aantal vrije burgers in de bib van Dendermonde. Tijdens en vooral na de workshop maken we nog een informeel praatje.
Vrije burgers aan het woord
Het kleine, maar geëngageerde groepje vrije burgers toonde die avond hun betrokkenheid en begrip voor de gedetineerden. Ook hier heerste het besef dat de gevangenisstraf beter ingevuld moet worden.
“Ze moeten die mensen een toekomst geven, een perspectief.”
“Maar inzicht in de fout is ook belangrijk.”
We gaan van start met hetzelfde gedicht van Jan Arends. De reacties zijn gelijkaardig als die van de gedetineerden. Uiteraard, we zijn dan ook allemaal gewoon maar mensen. Van Sabine kregen we een aantal quotes die gebruikt werden voor workshops in Leuven. We deelden onze visie op deze uitspraken.
“Gevangenisstraf moet iets positiefs teweegbrengen.”
“Er is nooit een reden om iemand op te geven.”
“Is herstel na zware feiten mogelijk?”
“Oog om oog, tand om tand.”
“Iedereen verdient een tweede kans.”
Wanneer iedereen genoeg in het thema zat, gingen we van start met de brieven van de gedetineerden. Elke deelnemer beantwoordde twee brieven.
Twee weken later ging ik terug naar de gevangenis om de brieven met hun antwoorden terug te bezorgen. Hopelijk hebben ‘de mannen’ er iets aan. Dat persoonlijke weerzien had ik wel fijn gevonden, om hen te kunnen vertellen hoe de vrije burgers reageerden op hun brieven bijvoorbeeld. Helaas kan dat niet zomaar. Laat de detentiehuizen maar snel, supersnel, als paddenstoelen uit de grond verschijnen.
Initiatief
De DIALOOG-vliegers in Dendermonde was een initiatief van het netwerk Waas en Dender.